Beschrijving

EEN MUTS VOOR DE MAAN, S. Kuijper

Aap en Krokodil en Kip zitten voor het raam. Ze kijken naar buiten. Het is koud in de wereld. Zelfs de maan heeft het koud. “Ze mag mijn muts wel hebben”: zegt Kip. Maar dat is lief! “Dan mag de maan mijn das”: zegt Krokodil. “En mijn wollen wanten”: zegt Aap. Maar… de maan zit zo hoog! Nog hoger dan de deurknop!