Beschrijving

In dit boek, waarvan de eerste druk al in 1965 verscheen, zijn enkele beschouwingen bijeengebracht die in elkaar sluiten en samen een oorspronkelijk betoog over het godsprobleem vormen. Het handelt over het geheimzinnige ‘niets’, dat de kern van veel culturele verschijnselen lijkt te zijn. De auteur ziet de godsdienstige bedrijvigheid van de mens als een panische beweging rondom een centrum, dat zijn inhoud nooit openbaart. Hij stelt de vraag: heeft dit centrum zijn betekenis in zichzelf en brengt het daardoor de beweging op gang of dankt het zijn betekenis aan die beweging? Dit werk heeft door zijn geduldige en fundamentele benadering, gewikkeld in een helder en fraai gepolijst taalgebruik, aan zeggingskracht nog niets verloren.