Beschrijving
Augustinus schreef Over de vrije wilskeuze als een dialoog waarin hij onderzoekt hoe kwaad in de wereld kan bestaan zonder dat God daarvoor verantwoordelijk is. De kern van zijn antwoord is dat God de mens de vrije wil heeft gegeven: het vermogen om goed te kiezen en zo tot liefde en gehoorzaamheid te komen. Het kwaad ontstaat niet uit de schepping zelf, maar uit het verkeerd gebruik van deze vrijheid door de mens. In de gesprekken benadrukt Augustinus dat vrijheid een noodzakelijke voorwaarde is voor moraliteit. Zonder vrije keuze zou er geen sprake kunnen zijn van verantwoordelijkheid of verdienste. Tegelijk laat hij zien dat de vrije wil kan ontsporen wanneer de mens zich richt op aardse genoegens en macht, in plaats van op God. Zo wordt duidelijk dat ware vrijheid niet neerkomt op doen wat men wil, maar op het kiezen van het goede en het richten van de wil op God. Het werk heeft een sterk filosofisch karakter, beïnvloed door zowel de klassieke wijsbegeerte als de christelijke openbaring. Augustinus wil zijn gesprekspartner – en de lezer – leiden tot inzicht dat God goed is, dat de schepping goed is, en dat het kwaad enkel te verklaren is als misbruik van de menselijke vrijheid. Daarmee vormt Over de vrije wilskeuze een belangrijk fundament voor de latere christelijke opvattingen over zonde, verantwoordelijkheid en genade.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.