Beschrijving

In dit werk onderzoekt John Levy de kernvraag: Wat ben ik in wezen? Hij stelt dat wat we doorgaans voor “ik” houden — het lichaam, de gedachten, de gevoelens — slechts objecten zijn die we ervaren, maar niet onze ware identiteit vormen. Hij put uit het hindoe-filosofische kader van de Advaita Vedānta, ofwel non-dualiteit, om te laten zien dat het Zelf geen gescheiden entiteit is naast de werkelijkheid, maar de onveranderlijke basis van alle ervaring. Je bent niet het lichaam, niet de geest, maar Bewustzijn zelf. Vervolgens beschrijft Levy de weg naar realisatie: erkenning dat de scheiding tussen subject en object uiteindelijk illusoir is. Door de identificatie met gedachten, emoties en gebeurtenissen los te laten, ontstaat ruimte voor de directe ontdekking van het Zelf als zuiver Zijn-Bewustzijn-Geluk. Hij benadrukt dat deze herkenning niet iets “nieuws” is dat bereikt moet worden, maar eerder een terugkeer naar wat altijd al aanwezig was — zonder begin en zonder eind. Tot slot reflecteert het boek op de implicaties van deze non-dualistische wijsheid voor het dagelijks leven. Het leert dat echte vrede en vrijheid niet afhangen van omstandigheden, prestaties of externe veiligheid, maar van de innerlijke doorzichtigheid van wie we zijn. Leven in bewustzijn verandert het perspectief: lijden, vreugde, succes of mislukking worden niet langer gezien als definitieve “ik-zaken”, maar als verschijnselen die voorbijgaan in het grotere geheel.