Beschrijving

Oosten onderzoekt hoe magische denkwijzen — ritueel, symboliek, analogieën en causale “betoveringen” — blijven doorwerken in een modern-rationele cultuur. Hij laat zien dat magisch denken niet simpelweg een primitieve voorloper van rede is, maar een parallelle manier van betekenisgeving die zelfs binnen wetenschap en alledaags handelen sporen nalaat. De studie is ingebed in filosofische en religiewetenschappelijke tradities en positioneert magie als een structureel fenomeen van menselijk denken. Vervolgens verkent hij thema’s als existentiefilosofie, chaos en kosmos en goed en kwaad om te tonen hoe mensen orde scheppen in een onoverzichtelijke werkelijkheid. Magische patronen — het zoeken naar verborgen samenhangen, het ritueel bezweren van toeval, het moreel duiden van tegenslag — blijken cognitieve strategieën die onzekerheid reduceren en gemeenschap stichten. Daarmee fungeert magie niet als tegenstelling tot rationaliteit, maar als complement dat gevoelens, waarden en praktijken bindt. Ten slotte betoogt Oosten dat moderne instituties (van wetenschap tot politiek en media) deze magische structuren niet uitbannen, maar herverpakken: in mythen van vooruitgang, symbolische autoriteit, en rituelen van bevestiging. De centrale stelling luidt dat wie onze cultuur wil begrijpen, de wisselwerking tussen magie en rede moet analyseren — juist omdat rationele systemen zelden zonder mythische verbeelding