Beschrijving

Het boek markeert en eert een periode van vijfendertig jaar waarin keramiek in Nederland een groeiende zichtbaarheid en waardering kreeg. Sevenhoven belicht uiteenlopende vormen van keramische kunst — van functionele potten en kommen tot sculpturale en experimentele objecten — en toont hoe het vak zich heeft ontwikkeld in techniek, vormgeving en maatschappelijke betekenis. De lezer krijgt inzicht in hoe klei, vuur en glazuur telkens opnieuw worden gebruikt als medium voor creativiteit en expressie, met de nadruk op zowel ambachtelijkheid als artistieke vernieuwing.

In het middendeel worden concrete voorbeelden gepresenteerd van keramisten, werkstukken en tentoonstellingen die kenmerkend zijn voor die periode. Het boek bevat veel beelden en korte essays die illustreren hoe klei als materiaal zich ontpopte van puur utilitair object tot volwaardige kunstvorm. Er is aandacht voor thema’s als vorm-en inhoudsvernieuwing, internationale beïnvloeding, en de wisselwerking tussen beeldende kunst, industrieel ontwerp en keramisch ambacht. Zo toont Sevenhoven hoe keramiek zich een plaats verwierf in galeries, musea en de hedendaagse kunstwereld.

Tot slot reflecteert het boek op wat deze vijfendertig jaar hebben betekend voor de toekomst van keramiek. Het stelt vragen: hoe kan keramiek zich blijven vernieuwen? Welke rol blijft het ambacht spelen in een kunstwereld die steeds meer door design, digitale media en nieuwe materialen wordt beïnvloed? Sevenhoven benadrukt dat, ondanks alle veranderingen, het element van klei — als aardse, tastbare, bewerkbare materie — een blijvend fundament vormt voor de passie en het vakmanschap van keramisten. Het is daarmee zowel een terugblik als een uitnodiging om verder te kijken.