Beschrijving
In Johannes Climacus ofwel Men moet aan alles twijfelen probeert Kierkegaard letterlijk te voldoen aan de filosofische eis van zijn tijd: dat je aan alles moet twijfelen. De hoofdpersoon, Johannes Climacus, is een existentiële twijfelaar die precies doet wat hij zegt: hij twijfelt aan alles. Daarmee fungeert zijn levensverhaal als satirische spiegel voor zijn tijdgenoten die zich verliezen in abstracte, speculatieve twijfel, voortkomend uit Hegeliaanse filosofie. Hoewel het werk fragmentarisch en onvoltooid is, markeert het een existentiële houding waarin twijfelen geen teken van zwakte is, maar een methode om oprecht te blijven in een tijd van oppervlakkige zekerheid. Twee jaar later verschijnt onder zijn pseudoniem de opvolger Filosofische kruimels, waarin Climacus zich ontwikkelt tot een scherpzinnige denker die zoekt naar de wortels van menselijke existentie. Daarin maakt hij duidelijk onderscheid tussen denken en geloof, immanentie en transcendentie, herinnering en herhaling. In dit filosofische experiment bidet Kierkegaard geen kant-en-klare oplossingen, maar nodigt hij de lezer uit tot reflectie over de grenzen van kennis en de rol van twijfel. Hij toont dat twijfel niet het einde van denken is, maar juist een begin — een uitnodiging om dieper te graven voorbij dogmatische zekerheden en open te staan voor wat menselijke kennis te boven gaat.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.