Beschrijving
Het boek geeft een grondige historisch-kritische studie van de Nederlandse bijbelvertalingen vanaf de Reformatie tot aan de officiële publicatie van de Statenbijbel in 1637. De auteurs beschrijven hoe protestantse kringen in de zestiende en vroege zeventiende eeuw – ingegeven door theologische en literaire motieven – streefden naar leesbare en betrouwbare Bijbelvertalingen in het Nederlands. In het middenstuk worden de belangrijkste voorgangers van de Statenbijbel besproken: onder andere de vertalingen van het Nieuwe Testament en de Psalmen, de invloed van Latijnse en Duitse bronnen, en de rol van theologische commissies en drukkerijen. Er wordt uitgelegd hoe de politieke en kerkelijke context — zoals de Synode van Dordrecht en de Staatskamer van de Staten-Generaal — de vertaalkeuzes en de publicatievoorwaarden sterk beïnvloedde. Het boek sluit af met reflecties op de betekenis van deze vertalingen voor de Nederlandse taal- en cultuurontwikkeling, de verspreiding van het protestantse geloof, en de impact op latere vertalingen. Dankzij deze diepgaande context is het boek zeer geschikt voor wie zich wil verdiepen in kerkgeschiedenis, bijbelwetenschap of historisch taalgebruik.

Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.