Beschrijving

Het boek vertelt het verhaal van een plotselinge epidemie van blindheid die een hele stad treft. De getroffenen worden afzonderlijk geplaatst in een door de overheid gecontroleerde quarantaine, maar al snel leidt hun gezamenlijke onmacht tot chaos, wanorde en gewelddadig gedrag. Saramago gebruikt deze situatie als metafoor voor de kwetsbaarheid van de mens en de dunne scheidslijn tussen beschaving en barbarij. Centrale thema’s zijn de afhankelijkheid van anderen, morele verantwoordelijkheid en de sociale structuren die mensen normaal bijeenhouden. De blinden vertegenwoordigen een samenleving die haar richtsnoeren verliest, terwijl een enkeling, een vrouw die haar gezichtsvermogen behoudt, als stille getuige en gids optreedt. Door haar perspectief laat Saramago zien hoe empathie, mededogen en menselijkheid blijven bestaan, zelfs in extreme omstandigheden. De roman combineert satire, filosofische reflectie en realisme, en werpt vragen op over macht, solidariteit en de menselijke natuur. De parabel van de blinden is daarmee zowel een indringend sociaal commentaar als een universele overdenking over de kwetsbaarheid en veerkracht van de mens.