Beschrijving
Vóór de Jodenvervolging inzette. moesten de Duitsers definiëren wie als Jood beschouwd diende te worden. Hierbij werd geen religieus principe gehanteerd, maar een afstammings-principe. Iemand die minimaal drie Joodse grootouders had. was ‘Volljude’, volbloed Joods in de nazi-terminologie. Dat waren in Neder-land ruim 140.000 mensen en voor deze groep benden de Duitsers maar één oplossing: ver-nietiging. Daarnaast waren er ook nog zoge-naamde halfjoden en kwartjoden en meer dan tienduizend gemengd-gehuwden. Deze groep, waarvan één van de partners Joods was en de ander niet, bleeb in eerste instantie vrijgesteld te zijn van deportatie en vernietiging.
De juridisch-politiebe en bureaucratische strijd die de verschillende Duitse instanties voerden om tot een sluitende definitie en daarmee tot het lot van deze groep te bomen, ging door tot 1945.
C.J.F. (Coen) Stuldreher (1926-2007), historicus, was van 1955 tot 1991 werkzaam bij het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.