Beschrijving

Tussen 1912 en 1917 schreef Franz Kafka honderden brieven aan Felice Bauer, de Berlijnse vrouw met wie hij twee keer verloofd zou raken maar nooit zou trouwen. In deze correspondentie ontvouwt zich een intiem portret van hun relatie: van de eerste, aarzelende kennismaking tot de steeds heftiger wordende verstrengeling van aantrekking, twijfel en verwijdering. De brieven wisselen tederheid en koortsachtig verlangen af met afstandelijkheid, zelfkritiek en angst voor binding. Kafka schrijft over zijn dagelijks leven, zijn werk en zijn ziekten, maar vooral over de spanning tussen zijn liefde voor Felice en zijn behoefte aan afzondering en schrijven. Samen vormen de brieven een doorlopende dialoog vol herhalingen, uitvluchten en bekentenissen – een verslag van een verhouding die zich evenzeer op papier afspeelde als in werkelijkheid.