Beschrijving

Het boek onderzoekt hoe vrouwen in de evangeliën (zoals Martha, Maria van Betanië, Maria Magdalena en de vrouwengroep bij Marcus) vaak op een andere manier aanwezig zijn dan in traditionele interpretaties wordt aangenomen. Vanuit een theologisch, kunst- en cultuurhistorisch perspectief laat de auteur zien dat vrouwen in de vroege christelijke traditie mogelijkerwijs een actievere en zichtbaardere rol hadden dan vaak wordt erkend, en dat evangelieverhalen hun aanwezigheid en invloed impliciet laten doorschemeren — verhalen die heersende patriarchale patronen uitdagen en nieuwe perspectieven bieden.

Daarnaast combineert het boek exegetische commentaren op bijbelteksten met reflecties over kunst, cultuurhistorie en gender. De auteur bespreekt hoe vaste interpretatiekaders kunnen worden doorbroken en hoe de aanwezigheid van vrouwen in het Nieuwe Testament opnieuw gewaardeerd kan worden als wezenlijk onderdeel van de vroeg-christelijke gemeenschap. Het is een uitnodiging om de evangeliën te lezen met oog voor onderbelichte vrouwelijke stemmen en de implicaties daarvan voor theologie, spiritualiteit en kerkgemeenschap.