Beschrijving

Dit boek is een diepgravend onderzoek naar de tempo-aanduidingen in de symfonieën van Ludwig van Beethoven en hun betekenis zowel muzikaal als maatschappelijk. De auteur onderzoekt hoe aanduidingen als Allegro, Adagio, Andante in Beethovens werk niet uitsluitend technische instructies zijn, maar ook reflecties van tijdsgeest, sociaal-historische context en esthetische intenties. De nadruk ligt op het inzicht dat “tempo” in de klassieke muziek méér kan betekenen dan snelheid alleen — het kan ook emotie, karakter en ideologie uitdrukken.

Daarnaast richt de auteur zich op “oude raadsels” — puzzels die musici, dirigenten en onderzoekers al lang bezighouden, zoals hoe Beethoven precies “snel” of “langzaam” bedoelde, welke notatie- en interpretatieproblemen daaruit voortkomen, en hoe die verbonden zijn met uitvoeringspraktijk en muziekcultuur in de 19e eeuw. De benadering is analytisch en kritisch, met aandacht voor partituuranalyse, historische bronnen én muzikantenpraktijk: het is daarmee zowel theoretisch uitdagend als historisch verhelderend.

Tot slot nodigt het werk de lezer uit om Beethoven anders te horen en begrijpen: niet alleen als groot romantisch componist, maar als kunstenaar die met zijn tijd worstelde — tegen traditie, conventie en verwachtingspatronen — en dat laten doorschenen in muzikale keuzes inclusief tempo. Voor musicologen, uitvoerende musici en Beethoven-liefhebbers biedt het boek nieuwe invalshoeken om vertrouwde symfonieën opnieuw te beleven.