Beschrijving

Het boek biedt een thematisch geordend overzicht van het ontstaan en de ontwikkeling van het vroege christendom in relatie tot de heersende Grieks-Romeinse cultuur. Het richt zich op de periode circa 30 tot 600 na Christus en analyseert hoe het christendom vorm kreeg, welke invloed de antieke filosofie, mythologie en religieuze praktijken hadden, en hoe christenen zich positioneerden tegenover de heidense en culturele context van de oudheid.

In het tweede deel worden enkele kernvragen behandeld: hoe christelijke teksten, figuren en gemeenschappen zich ontwikkelden, op welke wijze ze de cultuur en maatschappij van het Romeinse rijk uitdaagden, en hoe zowel continuïteit als breuk zichtbaar werd in de overgang van klassieke naar christelijke wereld. De auteur bespreekt onder meer apologeten, kerk-vaders, mysterieculten, heiligenverering en de integratie van christelijke normen in de antieke cultuur.

Dankzij de heldere opbouw, toegankelijke stijl en de combinatie van religieuze, culturele en historische analyse is dit boek geschikt voor studenten theologie, oudheidkunde, kerkgeschiedenis en geïnteresseerde lezers die meer willen weten over hoe het christendom en de klassieke wereld elkaar ontmoetten. Het biedt een compacte, maar solide introductie in het complexe spel van religie, cultuur en maatschappij in de late oudheid.