Beschrijving
In Sociologie van de zotheid onderzoekt Zijderveld humor en “zotheid” niet als louter persoonlijke gekte of uitzondering, maar als een sociologisch fenomeen met maatschappelijke betekenis. Hij bekijkt hoe humor en afwijking – wat men “zotheid” kan noemen – functioneren binnen sociale structuren: wanneer wordt iets als “zot” gezien, wie bepaalt dat, en welke sociale rollen vervult “zotheid”? Het is geen individueel psychologisch portret, maar een culturele en sociale blik op hoe samenlevingen omgaan met afwijking en humor.
Vervolgens analyseert hij de mechanismen en functies van humor: hoe lachen, ironie, satire en absurditeit niet alleen ontspanning of grap kunnen zijn, maar ook kritiek, spiegel voor de maatschappij — en soms instrument van sociale controle of marginalisatie. “Zotheid” en humor kunnen zowel bevrijdend werken (door conventies in vraag te stellen) als uitsluitend (door mensen “anders” te stempelen). Het boek onderzoekt dus hoe humor en onnormaal-zijn bijdragen aan de grenzen van wat als “normaal” geldt.
Tot slot reflecteert Zijderveld op wat dit betekent voor de samenleving: door humor en gekte sociologisch te benaderen, toont hij dat normen, waarden en sociale ordening zelf veranderlijk zijn — en dat “gezond verstand”, “normaal gedrag” en “maatschappelijk fatsoen” vaak cultureel bepaald zijn. Daarmee nodigt het boek uit tot kritisch nadenken over wat wij als “normaal” of “abnormaal” beschouwen, en hoe macht, consensus én afwijking daarin meespelen.

Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.