Beschrijving

Het boek biedt een diepgaande literaire benadering van de Bijbel: niet alleen als religieus en historisch document, maar vooral als tekstueel en literair gegroeid corpus. De auteurs onderzoeken de opbouw van de verschillende Bijbelse boeken, de achterliggende gedachtegangen en de wijze waarop de teksten zich tot elkaar verhouden — van de Pentateuch tot de profeten, van Paulus-brieven tot Openbaring. Het accent ligt op stijlfiguren, structuur, verteltechnieken en symboliek binnen en tussen de geschriften. In het midden van het werk worden de onderlinge relaties tussen de Bijbelse geschriften behandeld: hoe latere auteurs terug grijpen op eerdere tradities, hoe motieven en thema’s herhaald of omgevormd worden en hoe de canonvorming zelf een verhaal vertelt van veranderende gemeenschappen en visies. Daarbij komen literaire en retorische aspecten aan bod die vaak buiten klassieke theologische benaderingen blijven: bijvoorbeeld de rol van herhaling, contrast, poëtische spreiding en rhetorische spanningen. Dankzij de heldere literaire invalshoek is het boek bijzonder geschikt voor studenten en lezers die de Bijbel willen lezen als literair fenomeen — niet alleen als religieus geschrift, maar als verzameling teksten met een eigen vorm en esthetiek. Het biedt een solide instap- en naslagwerk voor wie zich wil verdiepen in de samenhang tussen Bijbelse boeken, thematiek en tekstuele ontwikkeling.