Beschrijving

Het boek opent met een historisch overzicht van hoe psychedelische stoffen en bewustzijnsverruimende toepassingen in de jaren zestig en daarna opkwamen in westerse culturen. De auteurs beschrijven hoe LSD, psilocybine-houdende paddestoelen, ayahuasca, mescaline en andere entheogene middelen werden ingezet in de hippiecultuur, in sjamanistische tradities en in vroege psychiatrische experimenten. Daarbij wordt ook beschreven hoe deze ontwikkeling samengaat met veranderingen in maatschappelijke waarden, spiritualiteit, kunst en wetenschap. In het midden van het boek staat de evolutie van het onderzoek naar gewijzigde bewustzijnstoestanden centraal. Er is aandacht voor de fysiologische, psychologische en spirituele dimensies van psychedelische ervaringen: wat gebeurt er in de hersenen, hoe veranderen bewustzijnsinhouden, hoe ontstaan mystieke ervaringen en hoe kunnen deze therapeutisch of existentieel betekenis hebben? Ook wordt ingezoomd op de hedendaagse trends — hernieuwde interesse in psychedelica binnen de psychiatrie, onderzoek naar near-death-experiences, het gebruik van plantmedicijnen in rituele contexten — en op de grensgebieden tussen wetenschap, spiritualiteit en therapie. Tot slot reflecteert het boek op de betekenis van deze “psychedelische evolutie” voor de toekomst van bewustzijnsonderzoek, cultuur en maatschappij. De auteurs stellen dat het niet langer gaat om enkel recreatief gebruik, maar om een verschuiving in hoe wij gezondheid, spiritualiteit en het zelf zien. Er komt de vraag op of veranderde bewustzijnstoestanden kunnen bijdragen aan persoonlijke groei, collectieve transformatie of maatschappelijke innovatie — maar ook hoe deze ontwikkelingen zich verhouden tot regulering, ethiek en risico’s.