Beschrijving

Op een treinreis van Sint-Petersburg naar Pskov blikt de diplomaat en volkenrechtgeleerde Friedrich Fromhold Martens terug op zijn leven. Terwijl het landschap aan hem voorbijtrekt, komen herinneringen boven aan zijn jeugd in het Balticum, zijn briljante carrière in de Russische diplomatie, en de offers die hij bracht om zich op te werken binnen het keizerlijke systeem. Martens ziet zichzelf als een man van principes, maar in zijn overpeinzingen wordt duidelijk hoe vaak die principes botsten met de eisen van macht en politiek. Was hij een idealist die het internationale recht diende, of een opportunist die zich steeds weer aanpaste om te overleven en te stijgen? Met subtiele ironie en historische precisie schetst Jaan Kross een meeslepende roman over ambitie, zelfbedrog en de morele prijs van succes. Het vertrek van professor Martens is zowel een psychologisch portret van een man op de drempel van de eeuwigheid als een spiegel van de 19e-eeuwse Europese geschiedenis.