Beschrijving

In Tussen tuin en wereld schrijft een man van bijna vijftig over zijn verleden, deels voor zichzelf en deels voor een nieuwe vriendin. De roman is opgebouwd uit jeugdherinneringen, dagboekachtige notities en natuurobservaties, en is geschreven in een prettige stijl die soms lyrisch, soms concreet of ironiserend is. De hoofdpersoon zoekt beschutting tegen de wereld om hem heen, die hij met twijfel en pessimisme beschouwt. Alleen in zijn tuin vindt hij nog rust. De roman werd in 1980 bekroond met de Staatsprijs voor Vlaams verhalend proza.